Herman Luttikhuis ° 1701 ±1742 ouders: zie hoofdstuk 5
x 1730
Jenne van 't Kristenhuis 1764
De armste voorvader
Onze vijfde voorvader in rij is wel de minst fortuinlijke geweest van al onze voorgangers. Geboren op 30-10-1701 als zevende kind en tweede zoon van Willem Groothuis op Luttikhuis en Jenneke Fykerink, heeft hij mogelijk een onbezorgde jeugd gehad. Maar de kans om op het Luttikhuis van zijn vader verder te boeren was er niet. Zijn oudste zus Hermken met haar man Gerrit Wennink en daarna zijn broer Wilhelm sneden hem daartoe de pas af. Een vrije boerendochter waar hij bij in kon trekken heeft hij niet kunnen vinden; wel liep hij tegen Jenne van het Kristenhuis (ook wel Kristen) aan, een onbemiddeld meisje uit de Lutte. Ze konden het bijzonder goed met elkaar vinden en op 9-10-1730 trouwden ze in de R.K. kerk te Deurningen. Blijkbaar was de familie weer in de schoot van de moederkerk teruggekeerd want het huwelijk werd gesloten door de pastoor van Saasveld waaronder de nieuw gevormde parochie Deurningen resorteerde. Een eigen parochiekerk had men in Deurningen nog niet, dus zullen ze getrouwd zijn in een boerenschuur, een zogenaamde kerkschuur, waar de Rooms Katholieke diensten gehouden werden. De inschrijving in het trouwboek is bijna onleesbaar. De tekst luidt:
9 October, juncti sunt Hermannus Luttikhuis ex Deurn.
et Joanna van Christenhuys ex Lutte.
In facie Eclesia
Hoe goed ze het met elkaar konden vinden vóór hun trouwen moge blijken uit het feit dat reeds op 5 december daarop volgend hun eerste kind werd geboren:
5-12-1730 Bapt. Johannes filius Hermannus et Joanna Luttickhuis, deurn. M. Gisberta Luttickhuis
Het is Jan onze volgende stamvader en hem zien we terug in het komende hoofdstuk. Gisberta Luttickhuis is de meter, zij is de jongste zus van vader Herman.
Olde Groothuis
Waarschijnlijk zijn Herman en Jenne eerst bij Luttikhuis ingetrokken omdat hun eerste zoon als een Luttikhuis werd gedoopt. Later hebben ze kans gezien het Olde Groothuis te huren van de neven Jan en Bernard Groothuis. Bij Twentse boerderijen stond vaak een kleiner boerderijtje waarin de oude boer en zijn vrouw gingen wonen als ze het erf overgedaan hadden aan hun zoon of erfopvolger. Bij dit Olde behoorde een klein perceeltje grond, genoeg om het noodzakelijke voor eigen verbruik te kunnen verbouwen. Gebruikte men dit Olde niet zelf dan werd het verhuurd aan familieleden of, als die er niet waren, aan vreemde gegadigden. Feit is echter dat het altijd mensen waren zonder bezit en ze lieten weinig sporen na van hun bestaan: geen koop- of verkoopakten, geen testamenten, etc.
Herman en Jenne woonden op het Olde Groothuis toen in 1733 hun tweede zoon werd geboren, want deze werd als volgt in het doopregister opgenomen:
28-6-1733 Bapt.Hermannus filius Hermani et Joanna int Olde Groothuys, deurn.
Mogelijk werkte Herman als boerenknecht bij zijn neven Groothuis, mogelijk was hij losarbeider of boerenbouwvakker. Er is geen enkele bron die hierover opheldering kan geven. Deze mensen lieten nu eenmaal weinig na waaruit blijkt wat ze deden of hoe ze leefden.
Een hard bestaan
Herman en zijn gezin zullen geen gemakkelijk en luxe leventje hebben gehad. Hadden de boeren het al niet breed, de boerenknechten en bouwvakkers zeker niet. Ze hadden een slecht onderkomen en het eten mag gerust karig en eenzijdig worden genoemd. Het dagelijkse menu zal hebben bestaan uit:
's morgens: roggebrood met pap (boekweit) of misschien pannekoek.
's middags: erwten- of bonensoep, gort, wortels of rapen en vanaf 1736 mogelijk ook aardappelen.
Geen vlees of vis, geen of nauwelijks verse groenten, wel ranzig spek. Alleen als ze in de herfst een varken slachtten hadden ze een tijdlang vers vlees en bloed- en leverworst.
Vroege dood
Op 2 februari 1739 is Herman getuige bij een huwelijk en dat is meteen het laatste teken van leven van hem. Bij de volkstelling in 1749 woont er iemand anders op 't Olde Groothuis maar zie, in Oldenzaal woont, in het tiende rot [deel van een stad]:
Geerlig Egbers, ambagtsman, gehuwd met Jenne Kristen en zoon Herm Luttikhuis
Terugzoekend in de archieven van Oldenzaal komen we dan het volgende huwelijk tegen:
12 Mei 1747 Geerligh Egberts, weduwnaar van Maria Steengraaf, en Jenne ten Christenhus, weduwe van Herrem Luttikhuis, beide uit Oldenzaal
Conclusie: Herman Luttikhuis is overleden tussen februari 1739 en medio 1746, 40 à 45 jaar oud.
Ne grote groow mer geneen helpt de wervrouw
Misschien is het bovenstaande Twentse gezegde (veel belangstelling bij de begrafenis, maar niemand helpt de weduwe) van toepassing op de ontstane situatie. Feit is dat Jenne samen met haar jongste zoon Herman vrijwillig of gedwongen het Olde Groothuis verlaat en naar Oldenzaal vertrekt. Daar sluit ze in 1747 een tweede huwelijk met Geerling Egberts, een verbintenis waar geen kinderen uit worden geboren. Haar oudste zoon Jan is blijkbaar de kost ergens anders gaan verdienen, waar dat zal pas later duidelijk worden.
In 1758 geeft Jenne ten behoeve van de belasting op dat ze een stukje grond, 6 spint (1500 m2) gelegen in Gammelke in mei 1758 geërfd heeft van haar overleden echtgenoot Geerling Egbers. Haar tweede man heeft ze dus na amper 10 jaar ook weer verloren. Zij zelf is waarschijnlijk voor of in 1764 overleden, want in dat jaar neemt haar zoon Herman van een zekere Bernard Nienhuis een hypotheek van 225,- (ten behoeve van haar begrafenis?) en stelt daarbij als onderpand het genoemde stukje grond in Gammelke plus zijn huis bij de Steenpoort, tussen H. Ottenhof en J. Reinders, in Oldenzaal. Waarschijnlijk is dit het huis waar Jenne met Herman jr. en haar tweede echtgenoot heeft gewoond.
Eigenlijk weten we van Jenne van het Kristenhuis slechts dat ze geboren is in de Lutte, blijkbaar op het Kristen en overleden in Oldenzaal tussen 1758 en 1764. Aangenomen dat ze ongeveer 25 jaar was toen ze huwde met Herman Luttikhuis in 1731, is ze dus circa 60 jaar oud geworden.
De marke Deurningen
Joanna en haar twee zonen zijn vertrokken uit een marke Deurningen dat alleen plaats bood aan een doorgaande weg, de Oude Postweg. Er zullen wel de nodige postkoetsen en Hessenwagens [grote huifkar t.b.v. goederenvervoer] zijn gepasseerd; ze zullen geen geluidshinder of vieze uitlaatgassen hebben veroorzaakt. Dat is tegenwoordig anders. In 1827 ging de kaarsrechte straatweg van Hengelo naar Oldenzaal open, een tolweg zoals we die nu ook weer kennen. De tolgaarder [beambte die de tolboom bedient en de tol int] had zijn tolboom op de plaats van het huidige Oldenzaalse kerkhof. De nieuwe verharde weg deelde de landerijen van Luttikhuis in tweeën en de boerderij kon nog maar net blijven staan. Amper 40 jaar later werd 500 meter ten zuiden van deze straatweg de spoorlijn Hengelo/Oldenzaal/Duitsland aangelegd met als gevolg dat ook de nachtelijke rust verdwenen was in de marke Deurningen. Nu in 1993 de snelweg A1 in gebruik is genomen, is het helemaal gedaan met de landelijke rust van de geboortegrond van vijf van onze oudst bekende voorvaders.
Tijdgenoten
Herman en Jenne leefden in dezelfde periode als Van Leeuwenhoek en Boerhave, maar deze hebben met hun ontdekkingen op het gebied van microscopie en geneeskunde onze voorouders van die tijd niet aan een gezonder en langer leven kunnen helpen. Wel haast zeker is dat ze ook Bachs 'Matthaus Passion ' uit 1729 hebben gemist.
Herman Luttikhuis ° 30-10-1701 na 1739 / voor 1746
Kx 9-10-1730
Jenne van 't Kristenhuis na 1758 / voor 1764
|
+
Jan Luttikhuis ° 5-12-1730 zie hoofdstuk 8
|
-
Herman Luttikhuis ° 28-6-1733 1780 ongehuwd
Geerligh Egberts (weduwnaar van Maria Steengraaf)
Bx 12-5-1747
Jenne van 't Kristenhuis (weduwe van Herman Luttikhuis)
De twee zonen van Herman Luttikhuis.
Jan, de oudste, zien we uitgebreid terug in het volgende hoofdstuk. Zijn broer Herman Luttikhuis jr. is niet getrouwd geweest. Hij heeft vermoedelijk steeds het huis bij de Steenpoort bewoond. Ook hoe hij zijn dagelijks brood verdiende is onbekend; mogelijk was hij ook ambagtsman zoals zijn stiefvader Geerligh Egberts.
In mei 1780 verkoopt Herman Luttikhuis jr. het eerder genoemde stukje grond in Gammmelke aan Jan Vastert voor 250,-. Voelde hij toen zijn einde naderen? In augustus laat hij de burgermeester komen om zijn testament te maken, men kende nog geen notaris in Oldenzaal. Hoewel dit 18de eeuws geschreven Nederlands al vrij goed te lezen is, volgt hier toch het afschrift in gedrukte letters.
Testament Herman Luttikhuis
Wij Burgermeesteren, Schepen en Raden der Stad Oldenzaal certificeren door dezen, dat wij geroepen en gekomen zijn ten huise van Herman Luttighuis alwaar deselve voor ons compareerde wat siekelijk sijnde dog sijn verstand, memorie en duidelijke uitsprake so ons bleek vollenkomende magtig en niet eerder uit dese werelt te willen scheiden voor en aleer over sijne tijdelijke goederen door Godt de Heere aan hem genadig verleent te hebben gedisponeert na vooraf sijne onsterffelijke siele in de genadige en barmhartige handen van Godt sijne Schepper en Verlosser te bevelen en sijn dood lichaam ter eerlijke begraffenisse. En dan ter dispositie tredende waartoe hij verklaart getreden te zijn uit sijnen vrijen onbedwongen wille sonder inductie of persuasie van iemant, so verklaarde hij Testator, te legateren aen sijn broeder Jan Kalter in Lemselo een onderbedde en pul, twee kussens en drie beddelakens met al het linnen en wollen so verre aen sijn lijf behoort. Voorts neemt Testator aen te betalen een hondert gulden aen Tijsnijder in Berghuisen dewelke sijn gemelde broeder aen deselve schuldig is en welke hondert gulden uit sijnen nalatenschap sullen komen.
Voorts legateert hij Testator aen Anna Bruins, wed. van Gerrit Damink, vijf gulden voor haar oppassen in sijn siekte. Nog legateert hij Testator aen de dogter van Hondemets Lucas vijf gulden. Vervolgens stelt en nomineert hij Testator voornoemt tot sijn Erfgenamen in sijn verdere nalatenschap de drie kinderen van sijn gemelde broeder met namen Jan Hendrik, Jannes en Gerrit Jan Kalter en welken sijn gedagte nalatenschap in drie egale delen sullen hebben te genieten.
Vervolgens stelt hij Testator tot sijn administrateurs en excecuteurs over sijn testament en nalatenschap Peter Willems en Alexander Maquel en stelt mede deselve tot mombaren over sijn minderjarige geinstueerde kinderen voorts gevende haer de magt om na doode alle sijne na te laten goederen te mogen verkopen, daervan de schulden te betalen en den overschot op rente te doen en de interesse daervan na haer welgevallen uit te keren ten behoeve van zijn geinstueerde erfgenamen of ook aen sijn broeder voornoemt, nadat een of ander het meest nodig mogte hebben.
Al hetgeen voorschreven staat hem Testator sijnde voorgelesen en hem gevraegt of dese sijne laatste en uiterste wille vrijwillig en onbedwongen sonder inductie of persuasie van iemant opgerigt heeft waarop hij geantwoord heeft van ja en begeerde dat dese sijn laatste wille na sijne doode moge worden agtervolgt als sijn testament , codicil, legaet, gifte tersaeke des doods oft onder den levende ofte so en als deselve na de goedertyren regtens sal kunnen bestaan en effect hebben.
In kennisse der waerheit hebben wij Burgermeesteren voornoemd dese door onse stads secrete segel eigenhandige subschrift geconditioneert en vermits hij Testator niet schrijven kan nog segel heeft, is dese op sijn verzoek door onsen secretaris Wilh.Bekker namens hem Testator getekent en gesegelt.
Oldenzaal den 31 Augustus 1780.
Wilh.Bekkers P.Palthe Gerl.Hulskens
Er is ons nu veel duidelijk geworden. Onze stamvader Jan Luttikhuis heet nu ineens Jan Kalter, heeft drie zonen en woont in Lemselo.
Omtrent de sterfdatum van Herman Luttikhuis tasten we weer in het duister, maar we mogen veronderstellen dat hij zijn testament niet lang overleefd heeft. Hij is dus ongeveer 50 jaar geworden.


